
Het risico dat consumenten via voeding blootgesteld worden aan residuen van gewasbeschermingsmiddelen is over het algemeen zeer laag. Dat concludeert het Europees voedselveiligheidsinstituut EFSA in een recente publicatie over de metingen in 2023.
In dat jaar zijn 132.793 monsters via risico-gebaseerde monsterprocedures genomen; dus monsters van producten waarvan bekend is dat hier het risico op residu-overschrijding hoger is. Bij 2% van deze monsters werd een residu-overschrijding vastgesteld.
Daarnaast zijn volgens een meerjarig EU-controleprogramma 13.246 monsters van twaalf geselecteerde producten genomen. Deze producten waren in 2023 wortelen, bloemkolen, kiwi’s, uien, sinaasappels, peren, aardappels, gedroogde bonen, bruien rijst, rogge, runderlever en pluimveevet. Van deze monsters bleek 1% niet te voldoen aan de wettelijke eisen.
Verder is ook een risicobeoordeling uitgevoerd op basis van echte consumptiegegevens van verschillende bevolkingsgroepen om de kans op gezondheidsrisico’s realistischer in te schatten. Normaal wordt namelijk gerekend met hypothetische, worst-case scenario’s; bijvoorbeeld op basis van een verhoogde consumptie van een bepaald product. Op basis van deze realistische, zogenoemde prohabilistische analyse blijkt dat voor 350 van de 353 geanalyseerde stoffende kans om de aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) te overschrijden werd geschat op minder dan 1 persoon op de 1 miljoen. De overige drie werkzame stoffen overschreden alleen de gezondheidswaarde voor enkele EU-bevolkingsgroepen.
Bekijk het volledige rapport op efsa.europa.eu.