De provincie Gelderland wil een groot deel van de fruitteeltgebieden in het Rivierenland gaan benutten voor het bufferen van water. Dat bleek vorige week donderdag tijdens een participatiebijeenkomst over de nieuwe concept-omgevingsvisie van de provincie. Volgens Erik van Haarlem, voorzitter van de NFO Kring Midden-Nederland, is het concept niet werkbaar voor de fruitteelt en zijn aanpassingen noodzakelijk.
De provincie Gelderland startte in januari 2024 met het traject om te komen tot een vernieuwde provinciale omgevingsvisie. “In de eerste participatieronde heeft de provincie gesprekken gevoerd met onder meer inwoners en betrokken partijen, waaronder de NFO. Nu zitten we in de tweede participatieronde en ligt er een concept voor de nieuwe omgevingsvisie”, legt Erik van Haarlem uit.
De agrarische sector kon vorige week haar reactie geven op het voorstel, tijdens een participatiebijeenkomst in Tree Centre Opheusden. Ook de NFO was aanwezig. “We zijn niet blij met de concept-visie”, zegt Van Haarlem. “En dat heb ik ook duidelijk naar voren gebracht. De provincie wil een groot deel van de Regio Rivierenland gaan gebruiken voor het bufferen van water. Dat is nadelig voor de fruitteelt. Fruitbomen kunnen immers niet tegen natte voeten.”
Tijdens de bijeenkomst bleek volgens Van Haarlem dat de zorgen van de NFO breder worden gedeeld. “Ook het waterschap gaf aan dat de huidige uitwerking weinig aansluit op de gebiedssituatie. In het voorstel lijkt vooral te zijn uitgegaan van één rapport van Wageningen University & Research. Een breder beeld van het gebied, met praktijkervaring van telers én de kennis van het waterschap, kan helpen om de opgave rond verdroging realistischer en efficiënter vorm te geven. Dat gesprek voeren we graag, vanuit de overtuiging dat fruitteelt deel uitmaakt van de oplossing.”
Van Haarlem kijkt vooruit naar het vervolg. “De provincie verwerkt nu alle reacties en daarna volgt de officiële inspraakronde. Op dat moment brengen we onze visie opnieuw in, onderbouwd met praktijkervaring uit het gebied. Met de steun van het waterschap en de signalen vanuit de sector verwacht ik dat we tot een werkbaar resultaat kunnen komen. We blijven actief meedenken, in het belang van zowel het landschap als de fruitteelt.”

