Begin juli zijn in België in een zending metaal twee dode exemplaren van de Japanse kever (Popillia japonica) gevonden. Dat meldt het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV). Hoewel het om dode kevers gaat, neemt het FAVV deze eerste vaststelling zeer ernstig. De Japanse kever is een schadelijke exoot die op de lijst van prioritaire quarantaineorganismen van de Europese Unie staat. Dit betekent dat er verplichte maatregelen gelden om introductie en verspreiding te voorkomen, zoals vastgelegd in Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1584.
Het FAVV heeft onmiddellijk het toezicht in de omgeving van het bedrijf versterkt. Er zijn vallen geplaatst om na te gaan of er zich mogelijk levende kevers in het gebied bevinden. Tot op heden zijn er in deze vallen nog geen andere exemplaren aangetroffen. Het toezicht zal de komende maanden worden voortgezet.
De metalen onderdelen waren afkomstig van een bedrijf in het besmet gebied in Noord-Italië. Sinds 2014 is de kever aanwezig in Italië en sinds 2017 in Zwitserland. Het volwassen insect is ongeveer 1 cm groot en herkenbaar aan zijn metaalgroene kop en koperkleurige dekschilden. Hij kan gemakkelijk met het blote oog worden waargenomen en zonder gevaar met de hand worden gevangen. De Japanse kever wordt vaak verward met andere keversoorten, zoals de rozenkever of de meikever. De Japanse kever kan echter onderscheiden worden door vijf opvallende plukjes witte borstelharen aan weerszijden van het achterlijf, plus twee aan het uiteinde.
Schadelijke impact op landbouw en natuur
De Japanse kever vormt een ernstig risico voor de landbouw, de sierteelt en de natuur. Volwassen kevers voeden zich met bladeren, bloemen en vruchten van meer dan 400 plantensoorten, waaronder maïs, druiven, aardbeien, rozen en diverse loofbomen. De larven voeden zich met graswortels en kunnen schade toebrengen aan graslanden, sportvelden en gazons.
In regio’s waar de soort zich vestigt, kan ze zich snel voortplanten en grote schade veroorzaken. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld, waar de kever al sinds 1916 voorkomt, wordt jaarlijks voor honderden miljoenen dollars schade geregistreerd.
De kevers verspreiden zich doorgaans door mee te liften op voertuigen of goederen afkomstig uit besmette gebieden. Larven kunnen ook aanwezig zijn in potgrond of teeltsubstraat van potplanten en op die manier meereizen. Op diverse locaties langs verbindingswegen in Europa staan feromoonvallen om de verspreiding van de Japanse kever te monitoren. Zo heeft de FAVV op veertig locaties in België vallen staan, die gedurende het vliegseizoen van het insect worden gemonitord.
In Nederland ziet de Nederlandse Voedsel- en Waren Autoriteit (NVWA) toe op de verspreiding van de Japanse kever. Bij een vondst zal de NVWA het gebied waar de kever is aangetroffen afbakenen. Binnen het afgebakende gebied gelden strenge maatregelen. Zo zullen binnen een straal van ten minste1 km van de vondst van de kever maatregelen worden genomen om de kevers en larven te bestrijden. Ook zullen maatregelen worden genomen om verspreiding via transport te voorkomen en mogen grond en plantaardig afval niet zonder meer getransporteerd worden.
Daarnaast komt er een bufferzon van ten minste 5 km, waarin zolang niet bewezen is dat er geen Japanse kevers voorkomen, dezelfde eisen gelden als in de besmette zone.
Lees meer over de Japanse kever op nvwa.nl.
Foto: eppo.int

