
Tijdens de Nationale Bijentelling, in het weekend van 19 en 20 april, hebben 3.500 tellers bijna 80.000 bijen gesteld. De honingbij werd het vaakst geteld, gevolgd door de rosse en gehoornde metselbij. Hommels werden juist minder vaak geteld.
In 2023 en 2024 werden minder bijen geteld, maar waren de weersomstandigheden ook minder warm. Dat kan mede de reden zijn dat er dit jaar minder hommels zijn geteld, die vliegen immers eerder dan andere soorten bij koud weer. Vorig jaar stonden de aard- en veldhommel nog op de tweede plek.
Opvallend is dat de rosse en gehoornde metselbij – twee soorten die ook in de fruitteelt worden ingezet – in de top drie staan. “Metselbijen profiteren enorm van de warmere steden en klimaatverandering”, vertelt Leon Marshall, bijenexpert bij Naturalis. “Vooral de bijenhotels en tuinen maken de stedelijke omgeving een perfecte plek voor metselbijen. De gehoornde metselbij laat de laatste 20 jaar een sterke opmars richting het noorden zien, vooral door klimaatverandering.”
De honingbij staat weer op de eerste plek. Dit jaar is zelfs 30% van de waargenomen bestuivers een honingbij, ten opzichte van 25% vorig jaar. Honingbijen worden op grote schaal door imkers gehouden en de dichtheid van honingbijen in ons landschap is daardoor onverminderd hoog.
De Nationale Bijentelling is een initiatief van LandschappenNL, IVN Natuureducatie, en Naturalis Biodiversity Center, EIS Kenniscentrum Insecten, Waarneming.nl en Natuur & Milieu.
