
In de winter van 2024/’25 is 22% van de Nederlandse honingbijenvolken gestorven. Voor het derde jaar op rij is de wintersterfte daarmee gemiddeld hoger dan 20%. Regionaal zijn er echter grote verschillen. De precieze oorzaak hiervan is niet bekend, maar mogelijk speelt de variatie in imkerpraktijken een rol.
Dat blijkt uit de jaarlijkse COLOSS-enquête, die wereldwijd in meer dan 40 landen wordt gehouden. Dit jaar deed een recordaantal van 3030 Nederlandse imkers mee, goed voor bijna 30% van alle Nederlandse bijenhouders, waarvan overigens slechts 2% zijn of haar inkomen haalt uit de bijenhouderij.
De enquête wordt jaarlijks uitgevoerd door WUR in samenwerking met de Nederlandse Bijenhoudersvereniging (NBV), Imkers Nederland, biologisch-dynamische imkers (BD-imkers), en beroepsimkers (BVNI), in opdracht van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN).
Lees verder onder de afbeelding

Overzicht van de gemeten wintersterfte over de periode 2005 tot en met 2024. De blauwe lijn geeft het vijfjarig gemiddelde weer op basis van voorgaande jaren.
Verschillende oorzaken
Meer dan de helft van de imkers (55%) gaf aan dat al hun volken de winter hebben overleefd. Bij 7,3% van de imkers was sprake van een volledig verlies van de bijenstand. De oorzaken van wintersterfte zijn divers en kunnen per jaar en locatie variëren. Zo is het verlies van de koningin tijdens de winter vrijwel altijd fataal voor het volk. Ook combinaties van factoren – zoals een gebrek aan voedsel, ziektes en verzwakking voor de winter – dragen bij aan hogere sterfte. De mijt Varroa destructor en verschillende bijenvirussen blijven grote bedreigingen voor de bijengezondheid. Het bestrijden van Varroa destructor is van groot belang om het volk in goede gezondheid de winter te laten overleven. Gegevens uit de enquête tonen aan dat 84,6% van de bijenhouders de mijt in de afgelopen winter heeft bestreden.Overzicht van de gemeten wintersterfte over de periode 2005 tot en met 2024. De blauwe lijn geeft het vijfjarig gemiddelde weer op basis van voorgaande jaren.
Rol van Aziatische hoornaar
Of de verspreiding van de Aziatische hoornaar invloed heeft op de wintersterfte in Nederland is nog onduidelijk. Deze invasieve wesp jaagt op insecten om haar larven te voeden. De verspreiding versnelt: vorig jaar meldde 13,2% van de bijenhouders een waarneming van de exoot, in 2024 was dat percentage gestegen naar 27,7%. Hoewel het moeilijk is om het effect van deze soort op de wintersterfte in te schatten, wordt verwacht dat de impact op termijn zal toenemen.
