Producties in biologische landbouw structureel lager

11 september 2025

De producties in de biologische landbouw, en ook fruitteelt, liggen structureel lager dan in de gangbare teelt. Dat schrijft Hidde Boersma, wetenschapsjournalist en deelnemer binnen Weplanet in een bijdrage op LinkedIn. Hij analyseerde CBS-cijfers van de afgelopen tien jaar en komt tot de conclusie dat:

– tarwe biologisch 30% minder opbrengt dan regulier
– de aardappeloogst een vijfde lager is
– de productie van kolen tussen de 6 en 34% verschilt
– de fruitproductie meer dan 30% lager is biologisch.
 
De cijfers ondersteunen zijn pleidooi dat gangbare teelt efficiënter is qua landgebruik. Bij een 30% lagere productie per hectare is, niet zoals vaak gedacht wordt 30%, maar 43% meer land nodig om eenzelfde productie te halen. Daarbij is de oogstzekerheid in de biologische teelt kleiner en is de kans op misoogsten groter. Bovendien is veel meer mest nodig als op een groter areaal geen kunstmest meer gebruikt wordt. Tot slot is het de vraag of de verspreiding van ziekten en plagen niet sneller zal gaan als grotere oppervlakken biologisch geteeld worden, zonder gangbare ‘bufferzones’.  

Uiteraard zijn er vele kanttekeningen bij de berekeningen van Boersma te plaatsen, zowel voor als tegen zijn pleidooi. In de vele reacties op zijn bericht, was er één reactie vanuit fruitteeltperspectief.  WUR-onderzoeker Marcel Wenneker schrijft: “Voor de biologische fruitteelt is de praktijk is nog wat ingewikkelder, dan wel weerbarstiger. De biologische fruitteler houdt inderdaad rekening met 25-30% lagere opbrengst van kwalitatief goed fruit. De lagere opbrengst wordt meestal wel gecompenseerd door een hogere prijs. De biologische fruitteler hoeft op dit moment dus geen ‘bulk’ te produceren. Maar de biologische markt is klein en met een toename van aantal biologische fruittelers worden de marges te klein en gaan ze failliet. Daarnaast blijkt dat telen van biologisch fruit onder de Nederlandse condities een uitdaging is. De belangrijkste ziekten (schurft, meeldauw, vruchtboomkanker, bewaarziekten) en insectenplagen (appelbloedluis, perenbladvlo, appelbloesemkever) zijn zeer moeilijk te beheersen. Ook de biologische teler zet hier meestal gewasbeschermingsmiddelen tegen in. Het planten van resistente fruitrassen is een deel van de oplossing, maar de consument koopt deze minder vaak dan de gangbare rassen en gebleken is dat de nieuwere rassen wel resistent zijn tegen 1 ziekte of plaag, maar vervolgens door andere ziekten of plagen worden aangetast.’