
Het Italiaanse onderzoek naar de relatie tussen glyfosaat en het voorkomen van kanker bij ratten leidt niet tot de conclusie dat glyfosaat kankerverwekkend is. Dat is de voorlopige conclusie van het Ctgb, dat het artikel beoordeelde op verzoek van de minister van LVVN.
Het Ctgb heeft de gegevens in het gepubliceerde artikel onder andere naast de gegevens uit het uitgebreide EU-stofdossier gelegd. Het Italiaanse onderzoek biedt geen nieuwe inzichten volgens het toelatingscollege.
De gepubliceerde gegevens zijn daarvoor ook niet toereikend. Pas op basis van de ruwe data kan een afgewogen oordeel geveld worden over het Italiaanse onderzoek. Uit het gepubliceerde artikel is namelijk niet af te leiden welke tumoren zijn ontstaan door blootstelling aan glyfosaat. Voor een dergelijk onderzoek worden ratten gebruikt die al generaties lang in laboratoria worden gefokt. Bij deze ratten kunnen ook spontaan tumoren optreden. Eerst moet meer informatie beschikbaar zijn over het spontaan optreden van tumoren bij deze ratten, voordat geconcludeerd kan worden of de tumoren veroorzaakt zijn door glyfosaat.
In het onderzoek zijn bovendien alle soorten tumoren bij elkaar opgeteld, terwijl sommige tumortypes slechts in een enkel geval voorkwamen. Ook kwamen sommige tumoren wel voor bij blootstelling aan een lage dosering glyfosaat en niet bij een hoge dosering. De verwachting is juist dat een hogere dosering leidt tot het meer en sneller voorkomen van tumoren. In de voorlopige analyse ziet het Ctgb deze relatie niet.
Het Ctgb vindt het wel belangrijk dat de Europese organisaties EFSA en ECHA een evaluatie op basis van de ruwe data uitvoeren. De goedkeuring van glyfosaat is een Europese aangelegenheid.
Landbouwminister Femke Wiersma heeft laten weten de conclusies van het Ctgb over te nemen. Ze zal op basis hiervan geen aanvullende maatregelen nemen. Daarnaast wacht ze de analyse van de Europese organisaties EFSA en ECHA af.