Al maandenlang proberen agrarische organisaties, natuurorganisaties, ketenpartijen en overheden om tot een landbouwakkoord te komen. Aanvankelijk was de bedoeling dat dit akkoord in maart zou verschijnen, maar inmiddels wordt gesproken over uitstel tot de maand mei. Om het proces af te ronden is afgesproken dat de voorzitter op basis van gesprekken een definitieve tekst aan de deelnemers voorlegt. LTO heeft aangegeven daar in de week van 8 mei uitsluitsel over te willen hebben.
LTO-voorzitter Sjaak van der Tak: “Op cruciale thema’s komen de onderhandelingen niet verder. Er moeten betere teksten komen wat betreft weerbare teeltsystemen voor onze plantaardige sectoren, de omgang met dierlijke mest en de mate van bescherming van landbouwgrond. Bovendien is het cruciaal dat de overheid aangeeft hoeveel budget er komt voor de gemaakte afspraken. Ik zie het niet gebeuren dat we daar met elkaar uit komen door het proces nog meer te vertragen. We kunnen wel eindeloos door blijven praten, maar met een herhaling van argumenten komt een oplossing niet dichterbij. Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit weet inmiddels heel goed waar wel en geen draagvlak voor is onder boeren en tuinders. Het is tijd voor besluiten.”
Vanuit de NFO neemt landelijk voorzitter Ron Mulders aan de onderhandelingen deel. “Ook wij zijn met veel enthousiasme begonnen aan de discussie over het Landbouwakkoord omdat we het belangrijk vinden dat er meer perspectief komt voor onze leden. We herkennen ons volledig de uitspraken van LTO.”
Doel
Aan de onderhandelingstafel wordt veel gesproken over de toekomstige omgang met gewassen, mest en grond. Dat is belangrijk, maar het primaire doel van een landbouwakkoord was, is en blijft wat LTO betreft: het werken aan een beter toekomstig verdienmodel voor Nederlandse boeren en tuinders.
Van der Tak: “Dat doel mag niet ondersneeuwen. Ik maak me daar zorgen over. Ik roep het kabinet op om juist aan dit thema meer prioriteit te geven. Bijvoorbeeld door meer budget beschikbaar te stellen voor agrariërs die willen innoveren en extra inspanningen leveren voor natuur en milieu. Maar ook door strakkere afspraken te maken over de bijdragen van banken, supermarkten en ketenpartijen aan het toekomstig verdienmodel van de boer.”
Kaders
In het landbouwakkoord wordt niet onderhandeld over het toekomstige stikstofbeleid. LTO heeft echter aangegeven dat op cruciale onderwerpen wel stappen moeten worden gezet.
Van der Tak: “Richten we ons op 2030 of op 2035? Is er wel of geen sprake van gedwongen onteigening van boeren en tuinders vanuit het Rijk? Komt er een alternatief voor de KDW in de wet én in de vergunningverlening? Je kunt géén akkoord sluiten dat op draagvlak kan rekenen onder boeren en tuinders zolang die vragen niet beantwoord worden.”
Van der Tak vervolgt: “LTO heeft al maanden geleden aangegeven dat er wat ons betreft een koerswijziging op dit beleid moet komen om tot een breed gedragen landbouwakkoord te komen. Daarop zie ik nog onvoldoende progressie. Vanaf de start van het proces heb ik kraakhelder aangegeven dat het legaliseren van de PAS-melders voor LTO een on-onderhandelbare randvoorwaarde is. En ik heb aangegeven dat LTO eist dat alle toekomstige regelingen – voor boeren die willen stoppen, extensiveren, innoveren of verplaatsen – tegelijkertijd opengesteld moeten worden zodat boeren een geïnformeerde keuze kunnen komen over de toekomst van hun bedrijf. Ik begrijp inmiddels dat minister Van der Wal in mei wél de stoppersregelingen open wil stellen, maar nog geen zicht heeft op wanneer de andere regelingen opengesteld gaan worden. Nogmaals, laat ik daar maar heel helder over zijn: die aanpak gaat LTO niet steunen.”
Akkoord
Er kan voor LTO alleen sprake zijn van een landbouwakkoord als we op alle onderdelen tot een samenhangend en concreet totaalakkoord komen. Van der Tak: “We doen niet aan deelakkoorden, en we doen niet aan onderhandelaarsakkoorden waar onze leden zich niet over uit hebben kunnen spreken. Als we met elkaar tot een landbouwakkoord komen, leggen we dat voor aan onze leden. Zij hebben het laatste woord. Als we daar niet in slagen, neemt LTO geen verantwoordelijkheid voor onderdelen van het akkoord die mede door onze input tot stand zijn gekomen.”