Tijdens het webinar ‘Maak een vliegende start met je RIE’ gingen ondernemende fruitteeltvrouwen afgelopen maandag – samen met Stigas-adviseur Albert van der Burg en NFO-specialist Gerlof Roubos – in op de praktische kant van de Risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE). De bijeenkomst gaf richting aan hoe telers risico’s op het erf realistisch, volledig en werkbaar in beeld kunnen brengen.
‘Als je te veel op de splinter let, zie je de balk niet.’
Meerdere vrouwen herkenden bovenstaande uitspraak vanuit controles op hun bedrijf: soms lijkt een klein detail de aandacht te trekken, terwijl grotere risico’s niet goed geregeld zijn.
Het gesprek tijdens het webinar maakte duidelijk dat zulke details juist informatie geven. Een verkeerd geplaatst schoenenrek, een tijdelijke looproute of een verplaatste machine laat zien hoe mensen zich bewegen en welke patronen zich vormen. Tegelijkertijd is er vanuit Stigas en de NFO begrip voor het feit dat dit in de hectiek van de bedrijfsvoering soms anders overkomt: in drukke perioden voelt aandacht voor kleine punten niet altijd logisch of haalbaar. Juist daarom helpt de RIE om detail én totaalbeeld naast elkaar te leggen, zodat zichtbaar wordt wat er speelt én wat dat zegt over de bredere veiligheidssituatie.
RIE: verplicht en tegelijkertijd praktisch hulpmiddel
De RIE bestaat uit een inventarisatie van risico’s en een plan van aanpak. De Nederlandse Arbeidsinspectie beoordeelt beide onderdelen. Bedrijven met gemiddeld minder dan 25 medewerkers hoeven hun RIE niet te laten toetsen door een externe partij als Stigas, maar een onafhankelijke blik helpt vaak om prioriteiten te bepalen of blinde vlekken te voorkomen.
De nieuwe digitale omgeving van de RIE biedt meer flexibiliteit. Modules kunnen worden aan- of uitgezet en rapportages uit de oude RIE-omgeving blijven zichtbaar.
Arbo-catalogus als oplossingenboek
De arbo-catalogus fungeert als overzicht van erkende maatregelen voor veelvoorkomende risico’s. De RIE verwijst hiernaar. Dit geeft duidelijkheid over welke stappen minimaal veilig zijn en hoe je die vertaalt naar de praktijk van een fruitteeltbedrijf.
Taal, gedrag en cultuur: bepalend voor veiligheid
De deelneemsters aan het webinar bespraken verder diverse herkenbare situaties:
- Medewerkers die knikken uit beleefdheid, zonder dat de instructie echt aankomt;
- Anderstalige medewerkers die uitleg anders interpreteren;
- Vaste krachten die door ervaring risico’s onderschatten.
Er kwamen ook praktische adviezen naar voren in het webinar:
- Geef instructies in de moedertaal;
- Laat medewerkers handelingen voordoen om te checken of de instructie begrepen is;
- Maak opnames van de instructie die je geeft. Zo is duidelijk wie bij de instructie aanwezig is;
- Maak gebruik van filmpjes. Die blijven vaak beter hangen.
Inspecties: ruimte voor herstel
Bij niet-acute risico’s volgt meestal een waarschuwing met een hersteltermijn van circa drie maanden. Meewerken en open communicatie helpt voor het creëren van begrip en een mildere opstelling.
Preventiemedewerker: wanneer verplicht?
Het aanstellen van een preventiemedewerker is verplicht als een bedrijf meer dan 15 medewerkers vast in dienst heeft. De online modules van Stigas bieden hiervoor een certificaat. De kennis is behapbaar en dat dit helpt bij het duiden van risico’s op het erf, hoewel het volgen van de modules wel wat tijd kost.
Vragen over arbeid en veilig werken?
Heb je vragen over arbeid, eerlijk werk of de praktische uitwerking daarvan op jouw bedrijf? Neem dan contact op met Gerlof Roubos van de NFO via groubos@nfofruit.nl | 06- 53864592.
Voor vragen over veiligheid en de RIE kun je terecht bij Albert van den Burgt van Stigas via Albert.van.der.Burg@Stigas.nl of 06-22307663
Vervolgstap: mogelijk fysieke bijeenkomst
Er wordt onderzocht of er animo is voor een verdiepende fysieke bijeenkomst op een fruitteeltbedrijf, waarbij we gezamenlijk leren kijken naar risico’s.
Heb je interesse? Meld je dan bij Yvonne van Leeuwen: yvleeuwen@nfofruit.nl of 06-81399915.
Webinar terugkijken
Wil je het volledige webinar terugkijken? Dan kun je de link opvragen bij Yvonne van Leeuwen van de NFO.

