Het kabinet komt met duidelijke regels voor werknemers van buiten de EU die via een werk- en verblijfsvergunning uit een ander Europees land in Nederland komen werken. Minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zegt in een brief aan de Tweede Kamer dat hij een einde wil maken aan sluiproutes met gedetacheerde derdelanders. Het kabinet ziet mogelijkheden om mensen pas in Nederland te laten werken nadat ze bijvoorbeeld drie maanden hebben gewerkt in het land waarvoor de vergunning is gegeven.

Mensen van buiten de EU mogen alleen in de EU werken via een werk- en verblijfsvergunning. Nederland is zeer terughoudend met de afgifte hiervan. Andere landen geven echter wel eerder een werk- en verblijfsvergunning af, waarna deze mensen via een sluiproute alsnog in Nederland gaan werken. Dit kan ertoe leiden dat iemand met de Wit-Russische nationaliteit via een Pools of Litouws uitzendbureau direct in Nederland aan de slag gaat.

In 2024 kwamen minimaal 27.304 gedetacheerde derdelanders via een bedrijf uit een ander Europees land naar Nederland. Dit aantal is vermoedelijk hoger omdat niet alle bedrijven dit doorgeven.

Duidelijkere regels

De Europese regels over hoe lang iemand in een land moet werken voordat hij of zij aan de slag mag in een ander Europees land zijn volgens de Rijksoverheid onduidelijk. Uit een verkenning blijkt dat Nederlandse wet- en regelgeving enige ruimte biedt voor duidelijkere regels. Het kabinet heeft een aantal regels op het oog die verduidelijkt kunnen worden. Zo wordt bijvoorbeeld uitgewerkt hoe lang iemand in een ander land moet werken voor hij of zij in Nederland aan de slag mag. Om aan alle Europese regels te blijven voldoen, moet de aanpassing zorgvuldig worden gedaan.

Het kabinet wil daarnaast dat derdelanders een werk- en verblijfsvergunning hebben in de zendende lidstaat, voor het soort werk dat ze in Nederland gaan doen. Daarmee moet voorkomen worden dat bijvoorbeeld een Portugese werkvergunning voor de zorg gebruikt wordt door een Cypriotisch bedrijf om werknemers in een Nederlandse slachterij te laten werken. Daarom wordt onderzocht of EU-regels hier mogelijkheden voor bieden.

Minister Van Hijum vroeg de Europese Commissie in februari ook namens zeven landen om met een verduidelijking van de Europese regels te komen. Nederland blijft zich inzetten om dit onderwerp hoog op de Europese agenda te houden.

Bescherming van werknemers

De geschetste groep werknemers is volgens de Rijksoverheid extra kwetsbaar voor misstanden zoals onderbetaling, slechte arbeidsomstandigheden en, in het ernstigste geval, zelfs arbeidsuitbuiting. In de brief kondigt minister Van Hijum aan zich in te zetten voor de bescherming van deze werknemers door voorlichting en ondersteuning bij het zoeken van juridische hulp.

Duidelijkere regels stellen werkgevers in staat om hun verantwoordelijkheid beter na te leven, geeft de Rijksoverheid aan. En het biedt de Nederlandse Arbeidsinspectie betere handvatten om te handhaven bij overtreding van de regels.

Bron: Rijksoverheid