De stapeling van residuen van verschillende gewasbeschermingsmiddelen in groenten en fruit geeft geen risico op schadelijke effecten op ons zenuwstelsel. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft berekend dat de hoeveelheid middelen die mensen op deze manier binnenkrijgen lager is dan de grens waarboven blootstelling niet veilig wordt geacht.
Gewasbeschermingsmiddelen kunnen ook andere gezondheidseffecten hebben, bijvoorbeeld op de werking van lever en nieren. Het is nog niet bekend bij welke groepen middelen deze effecten kunnen optreden. De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) onderzoekt dat op dit moment. Zodra hierover meer bekend is, zal de gelijktijdige blootstelling en de gezondheidsrisico’s hiervan door het RIVM worden berekend.

Gezondheidsonderzoek omwonenden
Naast het blootstellingsonderzoek publiceerde het RIVM afgelopen vrijdag ook de eerste resultaten van het omwonendenonderzoek. Daaruit blijkt dat mensen die binnen 250 meter van landbouwpercelen wonen, waar gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast, gemiddeld niet méér gezondheidsproblemen hebben dan mensen met weinig of geen landbouwpercelen in de buurt. Deze bevindingen sluiten aan bij de resultaten van een eerste verkenning in 2018.

Uit het onderzoek blijkt dat veel aandoeningen juist minder vaak voorkomen bij inwoners rond landbouwpercelen. Wel zijn er enkele aandoeningen die juist vaker voorkomen: COPD in de nabijheid van maisteelt en leukemie in de buurt van roulatieteelt van aardappelen, bieten en granen. Hoewel deze aandoeningen vaker voorkomen is nog geen verband met gewasbeschermingsmiddelen vastgesteld. Om er achter te komen of gewasbeschermingsmiddelen hiervan een oorzaak zijn is meer onderzoek nodig. In dit onderzoek zal ook de leefstijl van de inwoners worden meegenomen om ook de effecten hiervan te onderzoeken.

 

Bron: rivm.nl

Dit bericht is geplaatst op dinsdag 3 november 2020 - 17:55