In Südtirol monitoren onderzoekers samen met fruittelers appelaanplanten systematisch op het voorkomen van appelheksembezemziekte. Sinds 2005 wordt in de regio een groeiend aantal aangetaste bomen gevonden, met een piek in 2013. Appelheksenbezemziekte wordt veroorzaakt door het schadelijke fytoplasma Candidatus Phytoplasma mali . Op het proefcentrum Laimburg wordt onderzocht welke insecten het fytoplasma (dit zijn kleine, gespecialiseerde bacteriën) die de ziekte veroorzaakt overdragen.
Appelheksenbezemziekte (Candidatus Phytoplasma mali) wordt ook wel Apple Proliferation genoemd en is verwant aan Pear Decline (Cadidatum Phytoplasma pyri) en Candidatus Phytoplasma prunorum in pruim. De ziekte veroorzaakt bij appel kleine vruchten en een bezemachtige groei. Aangetaste bomen moeten direct gerooid worden.

Uit het onderzoek is gebleken dat de bladvlooien Cacopsylla picta en Cacopsylla melanoneura verantwoordelijk zijn voor de overdracht van de ziekte. Voor de overbrenging van de ziekte is geen waardplant nodig, wat maakt dat de ziekte zich extra snel kan verspreiden.
Het onderzoek loopt nog door om telers te blijven ondersteunen in het tegengaan de ziekte en het verder onderzoeken van de levenswijze van Candidatus Phytoplasma mali. Ook zal worden gezocht naar een onderstam die resistent is tegen deze ziekte.

In Nederland is door WUR in 2009 onderzoek gedaan naar de verspreiders van appelheksembezemziekte, zie het informatieblad.

Bron: freshplaza.com

Dit bericht is geplaatst op dinsdag 28 mei 2019 - 15:55