Volgend jaar gaat de PPS Vruchtrot/Zwartvruchtrot het laatste jaar in. Op de consortiumbijeenkomst van 17 november zijn alle partners binnen de PPS weer bijgepraat over stand van zaken rondom het onderzoek naar vruchtrot en zwartvruchtrot. De PPS werd in 2018 op initiatief van de NFO opgezet om de kennis over vruchtrot en zwartvruchtrot uit te breiden. De PPS staat onder leiding van Marcel Wenneker van WUR. Doel van de PPS is dat telers meer praktische handvaten krijgen om vruchtrot en zwartvruchtrot in de boomgaard te voorkomen. Het onderzoek leert dat peren in de eerste weken na zetting heel gevoelig zijn voor infectie met zwartvruchtrot. De vroege aantasting geeft geen rot, maar kleine, ruwe, droge plekken. Later in het seizoen worden de minder gevoelig. Maar de infecties korter voor de oogst geven wel voornamelijk grote, vaak rotte plekken. De grote verschillen in het optreden van zwartvruchtrot tussen percelen en tussen jaren worden veroorzaakt de combinatie van aanwezigheid van de sporen van zwartvruchtrot en de omstandigheden voor infectie. Komend jaar wordt deze dynamiek in de aanwezigheid van zwartvruchtrot in percelen verder onderzocht en zal gewerkt worden aan een boomgaardprotocol om de ziekte beter te beheersen. Visogen bij peer is een probleem in de lange bewaring. Het afspuitschema blijkt onvoldoende om deze ziekte te voorkomen. Voor lange bewaring is daarom dompelen vereist. In het onderzoek wordt onderzocht of de infectiebronnen aangepakt kunnen worden.

Dit bericht is geplaatst op donderdag 3 december 2020 - 16:28