Nederlands onderzoek naar gewasbeschermingsmiddelen geeft geen duidelijke aanwijzingen voor gezondheidseffecten, maar neemt de ongerustheid ook niet weg. Dat blijkt uit een nieuw advies van de Gezondheidsraad over de gezondheidsrisico’s van blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen. Er moet daarom uit voorzorg worden gestreefd naar een zo laag mogelijke blootstelling en een intensivering van de verduurzaming. NFO en LTO vinden dat het advies de door de land- en tuinbouwsector ingeslagen weg onderschrijft, maar plaatsen wel enkele kritische kanttekeningen.
Specifiek heeft de Gezondheidsraad gekeken of er aanvullend onderzoek nodig is om een uitspraak te kunnen doen over gezondheidsrisico’s, in hoeverre de toelatingsprocedure voor gewasbeschermingsmiddelen aanpassing behoeft en of er een relatie is tussen gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en de ziekte van Parkinson.
De Gezondheidsraad adviseert om de ingeslagen weg nog sneller te bewandelen. Uit voorzorg, want hoewel er geen schadelijke gezondheidseffecten zijn aangetoond kunnen risico’s nooit helemaal worden uitgesloten. De NFO staat daar achter, maar het moet ons wel mogelijk worden gemaakt.
Risico’s nooit helemaal uit te sluiten
De vraag of toepassers en omwonenden door blootstelling aan gewasbeschermingsmiddelen een hoger gezondheidsrisico lopen is ook met meer onderzoek niet op korte termijn te beantwoorden. De toelatingsprocedure kan bovendien nooit alle risico’s uitsluiten. De Gezondheidsraad adviseert daarom vanuit het voorzorgsprincipe verduurzaming van de gewasbescherming te intensiveren.
De NFO herkent in dit advies de eigen ambitie. Een grote bottleneck is echter het ontbreken van voldoende alternatieven, onder andere door te trage toelating van laagrisicomiddelen en de uitdagingen bij het ontwikkelen van weerbare rassen.
De NFO herkent zich niet in de opmerking van de Gezondheidsraad dat telers geen prioriteit geven aan veilig werken. Verdere verbetering is altijd mogelijk maar de vele inspanningen op dit vlak moeten niet zomaar onder het tapijt worden geveegd. Daarbij moet niet worden vergeten dat de snelle opeenvolging van nieuwe regels en voorschriften per definitie een uitdaging zijn. Betere communicatie vanuit de overheid is vereist, meer continuïteit kan bijdragen aan een nog betere naleving.
Monitoring gebruik en blootstelling
Voor een beter inzicht in mogelijke risico’s adviseert de Gezondheidsraad gebruik en blootstelling beter te monitoren, onder meer door registratie van gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op perceelniveau. Veruit de meeste Nederlandse telers doen dit al jaren, bijvoorbeeld in het kader van certificering en ketenafspraken – NFO ziet dit dus niet als een nieuwe opdracht.